28 juli 2017
We gaan deze morgen het dorpje
Arcambal verkennen. Er is een groot kasteel, dat hadden we al van
de weg af gezien. Met de fiets is het even een klimmetje omhoog. Het kasteel is
privé eigendom dus we kunnen alleen maar door het hek gluren. Dankzij informatie via internet weet ik nu dat het "Chateau de Bousquet" heet. Ene Jean du Bousquet, een rijke hereboer en broer van een kardinaal Bernard du Bousquet, zou de constructeur geweest zijn van de eerste toren, in de 14e eeuw. Na het einde van de 100 jarige oorlog (oorlog tussen Frankrijk en Engeland van 1337 tot 1453) zijn er torens bijgebouwd, in de eeuwen daarna zijn er nog meer uitbreidingen geweest, zodat het kasteel een mengelmoes van stijlen heeft. Het kasteel is in 1787 (Franse revolutie) compleet geruïneerd, de toenmalige eigenaar heeft het moeten verkopen. In 1816 is het nogmaals verkocht, aan de voorouders van de eigenaren die er nu nog steeds wonen.
![]() |
foto internet |
We fietsen verder
en komen langs het mooie, alweer Romaanse, kerkje. We stoppen later even bij de
Mairie om wat toeristische info te vragen en horen dat het eigenlijk open zou
moeten zijn, want de sleutelbewaarster woont er tegenover.
We lunchen, net als dinsdag, ook deze middag in het uitstekende restaurant van
Arcambal, met de grappige naam 'Le vilain petit canard', wat "het lelijke jonge eendje" betekent. Ook nu worden we weer bediend door een serveerster die op Mona Lisa lijkt (deze keer is het haar zus, denken we).
Zo begint en eindigt onze vakantie met lekker eten, vandaag een in rode wijn gepocheerd eitje, een kalfsentrecote met lekkere groenten en een clafoutis van perzik met een bolletje ijs erop, alles geserveerd in/op mooie borden voor 14,00 euro, inclusief een kwart litertje wijn
Later op de middag rijden we naar de onze bekende camperplaats in
Mauroux. Daar brengen we de laatste nacht door en de volgende morgen zijn we
weer in Condat, terug op ons nest.