donderdag 3 augustus 2017

De laatste vakantiedag



28 juli 2017

We gaan deze morgen het dorpje Arcambal verkennen. Er is een groot kasteel, dat hadden we al van de weg af gezien. Met de fiets is het even een klimmetje omhoog. Het kasteel is privé eigendom dus we kunnen alleen maar door het hek gluren. Dankzij informatie via internet weet ik nu dat het "Chateau de Bousquet" heet. Ene Jean du Bousquet, een rijke hereboer en broer van een kardinaal Bernard du Bousquet, zou de constructeur geweest zijn van de eerste toren, in de 14e eeuw. Na het einde van de 100 jarige oorlog (oorlog tussen Frankrijk en Engeland van 1337 tot 1453) zijn er torens bijgebouwd, in de eeuwen daarna zijn er nog meer uitbreidingen geweest, zodat het kasteel een mengelmoes van stijlen heeft. Het kasteel is in 1787 (Franse revolutie) compleet geruïneerd, de toenmalige eigenaar heeft het moeten verkopen. In 1816 is het nogmaals verkocht, aan de voorouders van de eigenaren die er nu nog steeds wonen.

foto internet


We fietsen verder en komen langs het mooie, alweer Romaanse, kerkje. We stoppen later even bij de Mairie om wat toeristische info te vragen en horen dat het eigenlijk open zou moeten zijn, want de sleutelbewaarster woont er tegenover.




We lunchen, net als dinsdag, ook deze middag in het uitstekende restaurant van Arcambal, met de grappige naam 'Le vilain petit canard', wat "het lelijke jonge eendje" betekent. Ook nu worden we weer bediend door een serveerster die op Mona Lisa lijkt (deze keer is het haar zus, denken we).
Zo begint en eindigt onze vakantie met lekker eten, vandaag een in rode wijn gepocheerd eitje, een kalfsentrecote met lekkere groenten en een clafoutis van perzik met een bolletje ijs erop, alles geserveerd in/op mooie borden voor 14,00 euro, inclusief een kwart litertje wijn


Later op de middag rijden we naar de onze bekende camperplaats in Mauroux. Daar brengen we de laatste nacht door en de volgende morgen zijn we weer in Condat, terug op ons nest.

Avontuurlijke fietstocht 2



27 juli 2017

Frits heeft gistermiddag een kleine verkenningstocht gemaakt op de fiets en heeft geconstateerd dat we met de fiets over een niet meer in gebruik zijnde spoorbrug naar de overkant van de Lot kunnen en zo naar Vers kunnen fietsen. Dit gaan we vandaag doen. Het is wel zaak een lange broek aan te trekken, de braamstruiken rukken op langs het pad. Het eerste stukje van de tocht rijden/steppen we langs de Lot, over het oude jaagpad, daarna een stuk over een dubbelspoor zandpad, langs de sluis en de barrage van Galessie. De sluis ligt ditmaal aan de overkant van de Lot, we kunnen het niet zien. 

foto internet
We verlaten dit zandpad en duwen onze fiets omhoog naar de spoorlijn, nu grote keien, braamstruiken en dwarsbalken, dat wordt even lopen. We horen in de verte flink hondengeblaf en er komen er twee komen aangerend tot bij Frits, die voorop loopt. De honden horen bij een stel vissers die onder de spoorbrug een plekje hebben en gelukkig hebben deze beesten niets kwaads in zin. We gaan de brug over.




(Een dag later hebben we het er met een mevrouw op het gemeentehuis van Arcambal over dat het zo jammer is dat dit pad niet toeristisch gebruikt kan worden omdat het zo verwaarloosd is. Het blijkt dat het spoor nog steeds eigendom is van de SNCF.)
Lopend over de dwarsbalken bereiken we de weg naar Vers en we slaan na 100 meter weer een zandpad in om min of meer langs de Lot te blijven. Dat lukt aan deze kant prima en de volgende kilometers peddelen we zonder problemen .
We komen langs een prachtig romaans kerkje, Notre Dame de Velles, gebouwd in de 12e eeuw. In de 19e eeuw is het kerkje, na een brand, gerestaureerd. Toen is het afgebeelde schip boven het portaal geplaatst, getuige van de tijd waarin de scheepvaart over de Lot een belangrijke ontwikkeling doormaakte. Deze laatste informatie vind ik op internet.
 



Vers is een leuk dorpje, het riviertje de Vers komt hier uit op de Lot. Er is een camping die er heel aardig uit ziet en buiten de camping een paar camperplaatsen, zelfs met douche en toilet. Grappig is dat een bordje vermeldt dat de gemeente ambtenaar die daarvoor verantwoordelijk is iedere dag langs komt om de centen op te halen, geen idee wat de kosten zijn. 
We komen hier een volgende keer zeker nog eens terug. Dan proberen we hier op een donderdag te zijn, dan is er een Marche Gourmand, op een gezellig pleintje aan de oever van de Vers.
Uiteraard zien we hier in Vers ook een sluisje en een barrage. Het sluiswachtershuis is het “model 2 “, het brede model, zie de tekening uit het boek 'le Lot'.




woensdag 2 augustus 2017

Van Cahors naar Arcambal



26 juli 2017

Het ziet er naar uit dat het vandaag droog blijft, de temperatuur is goed, en voordat we naar Arcambal vertrekken fietsen we, langs de overkant van de Lot, over de Pont Louis Philippe en de beroemde Pont Valentré, naar het Centre Commercial, waar de Lidl en de Leclerc is. Dit Centre kennen we al van onze 'regenrace' op de eerste dag hier.
De Pont Valentré is de oudste brug van de 4 bruggen die hier in Cahors de ene met de andere oever verbindt, en is alleen toegankelijk voor voetgangers.



 Pont Valentre foto internet
het duiveltje, foto internet
Wikipedia zegt: Deze brug is een schoolvoorbeeld van een middeleeuwse vestingbrug. De torens moesten de toegang tot de stad verdedigen. In 1308 is met de bouw van de brug begonnen. Het bouwen van de brug heeft 70 jaar geduurd. Zo is ook de mythe van de duivel ontstaan. De bouwmeester zou zijn ziel aan de duivel verkocht hebben, maar was er met een list vanaf gekomen. Als represaille brak de duivel elke nacht af, wat er aan  de  centrale toren de dag ervoor toegevoegd was.


Zoals je op de foto ziet ligt naast de Pont Valentré een sluis en terwijl we later verder fietsen, zien we ineens, wat hoger op een zijweggetje, de sluiswachterswoning staan. En nog wel hetzelfde model als het onze! Het is niet goed te zien, de tuin is dichtbegroeid en er staat een grote boom voor, maar het dak; de 4 zijramen en het ronde raampje boven zeggen genoeg.




Maar eerst gaan we naar het Maison de l’Eau, het in 1853 gebouwde pompstation voor de drinkwatervoorziening in Cahors. Door middel van een hydraulisch systeem (nu vervangen door een elektrisch) werd zuiver drinkwater opgepompt uit twee reservoirs van 2200 m3 die gegraven waren in de rotsen van de heuvels. Er is een interessante expositie ingericht die veel informatie geeft over de geschiedenis van het drinkwater. Zo leer ik dat in de 19e eeuw in de stad, via een ingenieus, 8 km lang netwerk, watertappunten zijn aangelegd, 34 in totaal.

Maison de l'eau, foto internet

 
foto internet
Meer interessante informatie over deze stad vind je op de Wikipedia pagina van Cahors.


Na de koffie pakken we in, rijden naar Arcambal en installeren ons langs de rivier.

We hebben nu eerste rang uitzicht op alle voorbijvarende plezierboten, het zijn er heel wat. Bij 10 stop ik met tellen. Deze middag zijn verder lekker lui en we houden ons bezig met lezen, puzzelen en een beetje schetsen. Het is bewolkt, een beetje somber, maar regen zit er inderdaad niet meer in. Heerlijk om weer in de vrije natuur te kamperen, op een camperparkeerplaats kan je de zonneluifel niet opzetten en niets buiten laten staan. Er is hier een waterkraan en we hebben zelfs een eigen vuilcontainer ↓