maandag 22 juli 2013

15 juli: klimmen en dalen









Deze morgen bezoeken we opnieuw Montcuq. Nu is het overal rustig en hebben we alle gelegenheid de kerk te bezoeken, door de kleine straatjes te dwalen en helemaal tot aan de donjon te klimmen. 

 

's Middags houden we het rustig, het is nog steeds iets boven de 30 graden, tot het tijd wordt naar Lauzerte te vertrekken. Daar is deze avond de opening van de tentoonstelling van Gerard Sauret.

 We hebben niemand gezien om te betalen dus kunnen we niet aan onze verplichtingen voldoen, dat doet de volgende camping beter, maar daarover later.

Vlak voor Lauzerte pauzeren we even op een niet geschikte camperplaats. Daar komen we in gesprek met een engels echtpaar,  die ons vertellen over een mooie kleine camping in Toufailles, 10 kilometer hier vandaan. Zo is meteen de stopplaats van vanavond beslist.

De tentoonstelling is in een prachtige zaal in het gemeentehuis. We kunnen met de camper niet helemaal tot boven in het dorp komen en wat is het steil en warm!! 



Zoals Montcuq is ook dit is een pelgrimsplaats op de route naar Santiago de Compostella en het is een ware 'pelerinage' tot aan de plaats van bestemming.

Gérard is blij verrast ons te zien en we maken ons beiden nuttig deze avond, ik met het serveren van wijn en Frits met het aan de gang krijgen van de airco in de zaal.

Mevr. Sauret, Gérard en de Conseillaire Municipale

Later deze avond komen we aan in Toufailles, op de kleinste Camping Municipal ooit gezien, 12 plaatsen en 1 * , mooie plaatsen en bomen met een dikke kruin, dus veel schaduw.

14 juli: Tafeltje dekje


De avond van deze dag gaan we te voet naar boven. Het is nog steeds warm en aangekomen op het plein verwenden we onszelf eerst met een lekker koel pintje.
Aan de hoeveelheid schapen aan het spit wordt een behoorlijk aantal mensen verwacht.


We installeren ons ergens tussen de mensen aan de lange tafels. Naast ons zit een Frans echtpaar en we hebben leuke gesprekken. Hij is zo geschat ergens eind 70 en vroeger varkensboer geweest. Hij had een boerderij met ongeveer 500 zeugen. Hij vertelt dat iedere zeug 3 keer per twee jaar 20 biggen heeft, dat is dus een behoorlijke productie. Nu heeft hij zijn bedrijf niet meer. Twee van zijn vijf kinderen zitten nog in de agrarische sector, in de wijnbouw. Van zijn 14 kleinkinderen is niemand geïnteresseerd in het boerenbedrijf. Hij vertelt ook dat de varkenshouderij helemaal verdwenen is in deze streek en naar Bretagne is verhuisd. Daar waren de boeren meer genegen flink te investeren in nieuwe methodes en was een betere infrastrucuur volgens hem.
Dat klopt zoals te lezen is in navolgend artikel.

Hij vertelt ook over de nadelen van de intensieve varkenshouderij zoals deze in Bretagne wordt uitgevoerd en dat lees je dan ook weer in navolgend artikel:

Het eten is wel grappig. Ieder krijgt een plastic bord met vakken waarop: tomatensalade (voorgerecht), twee flinke stukken lamsvlees met een ander vak gevuld met flageolets en kikkererwten( hoofdgerecht), een cabecou (geitenkaasje), en als dessert een stuk appelgebak. De presentatie doet denken aan het concept van 'tafeltje dekje' van de thuiszorg.

Het vuurwerk is mooi, we bekijken het vanaf de camping en daarna is het nog lang onrustig in het dorp, vanwege het gratis bal met een dj die nog wel wat lessen kan gebruiken van dj Tiesto.

14 juli: La Marseillaise


De nationale feestdag wordt hier in Mauroux onder andere gevierd met een barbeque op...... 'onze' kampeerplaats. Een mooi moment om te vertrekken lijkt ons en om half 10 's morgens vertrekken we naar ons volgende doel: Montcuq.


Een mooi tochtje door het glooiend landschap en na 20 kilometer zijn we er al. 

We kijken even of de gemeentelijke camperplaats geschikt is, niet dus, op het asfalt en in de verste verte geen boom te zien. Aan de overkant van dit terrein is echter een camping en die ziet er prima uit. Het is een echte, ouderwetse Municipal, keurig onderhouden en jawel: met genoeg schaduwplekken.

Het is heel rustig op de camping, misschien in totaal 8 bezette plaatsen, er kunnen er een 30tal staan schat ik zo. Alle bezette plaatsen zijn zo te zien verlaten. We komen er al snel achter waarom: er is markt in het dorp.

Ook wij maken de klim (de 'Mont' van Cuq geeft al aan dat het hoog ligt).


We zijn van plan in één van de twee restaurants de lunch te gebruiken. Het is heel druk in het dorp en veel toeristen, leuke markt overigens. We wandelen wat rond en precies op het moment dat de burgemeester zijn toespraak houdt en de Marseillaise gezongen wordt zijn we op de plaats van het standbeeld, dat midden tussen de marktkramen staat!


Helaas gaat mijn kennis van de Marseillaise niet verder dan de eerste twee regels en lalalalala. Ik luister goed naar de tekst, die behoorlijk strijdlustig klinkt. Al pratend hierover stellen we vast dat, net als bij het Wilhelmus, de tekst nou niet bepaald meegeeft wat nu het 'Nationale' aan dit volkslied is.
 

Het Franse volkslied

La Marseillaise heette oorspronkelijk Chant de marche de l’Armee du Rhin, wat Marslied van het Rijnleger betekend. Het is geschreven én gecomponeerd door Claude Joseph Rouget de Lisle, in 1792, en in 1795 werd dit lied al tot volkslied van Frankrijk verklaard. Het is een tijd verboden geweest door Napoleon, Lodewijk XVIII en Napoleon III. In 1878 werd La Marseillaise weer in ere hersteld;

Vertaling;
Ingerukt, kinderen van het vaderland
De dag van de overwinning is aangebroken

Tegen ons de tirannieen
De bloederige vaandel is gehesen
Luistert in onze velden
naar het loeien van deze vreselijke soldaten
Ze komen in onze armen
om onze zonen en echtgenoten te kelen

Aan de wapenen, burgers
Vormt uw bataillons
Marcheert, marcheert,
Zodat het onreine bloed
onze groeves doordrenkt
(en nog een aantal coupletten, voor de gehele tekst, zie …

bron: http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/taal/6469-het-volkslied-van-frankrijk.html)

Na nog wat straatjes met marktkramen doorgelopen te hebben klimmen we verder omhoog, tot aan het hoogste punt van Montcuq, bij de donjon.
Daar wordt de gebruikelijke aperitief geserveerd. Het zijn de brandweermannen en de gendarmes die de glazen vullen. 


Zo te proeven is het geen rosé zonder meer maar is er iets aan toegevoegd, sirop de peche' vertelt een brandweerman ons en hij geeft meteen nog een paar suggesties: ook lekker met sirop de pamplemousse of sirop de citron. Dat laatste is vast lekker. Hij vertelt er ook bij dat je daar niet je beste rosé voor moet gebruiken, dat is dan weer zonde: een culinaire brandweerman dus.
We horen hier ook dat er vanavond een barbeque wordt georganiseerd, lam aan het spit, dat noemen ze een 'mechoui'. Daarna is op dezelfde lokatie het vuurwerk. Wij besluiten dat dat veel leuker is dan het geplande restaurant en gaan nog vlug terug naar de markt om wat eieren te kopen voor de lunch.

13 juli: Knoflookkuur


Nog steeds op de camperplaats in Mauroux. We hebben geen medekampeerders tot nu  toe. Het is weer een warme dag. We zitten al lekker in het vakantiegevoel en trekken er ook deze ochtend op de fiets op uit. Nu is het einddoel Serignac. Het is maar een klein beetje een andere richting uit dan gisteren maar het landschap ziet er heel anders uit. Geen mooie huizen meer, wel wat boerderijen, maar de streek is veel ruiger en ziet er onherbergzamer uit, soms zelfs verlaten.

Gisteren zagen we ze ook al: Molenstenen. Vaak zie je ze als ornament aan het begin van de oprijlaan van een boerderij, zoals hier in het gehucht Ferrières. 


Op het internet ben ik gaan zoeken naar foto’s en informatie over deze stenen:
Tot het eind van de 19e eeuw gebruikt bijna iedere boerderij deze methode om na het oogsten van het graan de graankorrels los te maken.

Bundels graan worden gerangschikt op de grond in de openlucht. Nadat het graan een beetje gedroogd is door de zon wordt een ‘rouleau’, een conisch gevormde steen, in een spiraalvormige beweging over het graan getrokken om het stro van de graankorrels te scheiden. Deze steen wordt soms getrokken door een paard of een os, soms ook door 4 of 5 personen. bron: diverse sites over oude beroepen





In Serignac komen we een man tegen die ons heel graag het kerkje in wil hebben, hij zwaait enthousiast met de sleutel. Wij hebben er niet  zo'n zin in, weten dat het daarbinnen erg muf ruikt. In de schaduw van de kerk pauzeren we even en rijden dan weer terug. De rest van de dag zijn we net zo lui als gisteren.

In Serignac

Een klein nadeel van deze plaats in het bos is dat er behoorlijk wat muggen zijn. Die bestrijden we door het branden van citronella kaarsjes, ons insmeren met muggenolie en als de schobbejakken ons toch te grazen genomen hebben, de steken te behandelen. Ha, nu denk ik toch de beste oplossing te hebben gevonden: iedere avond flink knoflook in de maaltijd verwerken!

12 juli: Een warme dag


Gisteren geen melding gemaakt van de temperatuur! Die is echter behoorlijk hoog, ergens in het begin van de 30 graden.
We gaan deze ochtend fietsen, nog niet te ver, onze ledematen moeten nog wennen aan de fietsbewegingen. Ons einddoel van vandaag is Masquières, een dorpje op ongeveer 7 kilometer afstand. Mauroux ligt hoog en we blijven min of meer op de hoogvlakte fietsen, met wat stijgen en dalen natuurlijk. Het landschap is mooi, heel landelijk met veel grote boerenbedrijven. Onderweg zien we prachtige huizen.







Masquières is een piepklein dorpje. De gebouwen zijn van een mooie, witte steensoort. We rusten even uit op het pleintje voor de kerk .......
.....en gaan dan via een andere route terug naar Mauroux.

De grote (molen)stenen die we ook hier weer vaak aan het begin van een oprit naar een boerderij zien staan trekken onze aandacht.
In de blog van morgen lees je hier meer informatie over.

zondag 21 juli 2013

Campertoertocht 2013: 11 juli Mauroux

We vertrekken na de middag vanaf La Tour voor een campertoertocht van 8 dagen.
Na een lange reis, van wel 9 kilometer, staan we nu in een eikenbosje. Dit terrein is een Aire Naturelle en is van de gemeente Mauroux. We staan hier heerlijk, er waait een beetje wind. Er staan een aantal picknicktafels. Daar wordt aardig wat gebruik van gemaakt. Regelmatig stoppen er auto's en rolt daar een gezin met kinderen uit.
Vlak naast onze plek is een gebouwtje, waar water is en elektriciteit (fijn, hoeft Frits niet eindeloos te proberen het gas aan te krijgen). Het is ongeveer 4 x 4 meter en aan twee zijden min of meer open. Binnen bevindt zich een reusachtige barbeque. Deze wordt de eerste avond meteen al gebruikt. Niet door ons, maar door een groep jongelui. Om middernacht zijn de jongelui vertrokken en kunnen we ons bed in.
Op de foto: Ons uitzicht deze avond. Geeft dat niet het ultieme vakantiegevoel?



zondag 7 juli 2013

Straatnamen

Iedere vrijdagmiddag fiets ik 6 kilometer van Condat naar Libos, om daar deel uit te maken van een groep aquarellisten die daar onder leiding van onze ‘maitre’ Gérard Sauret een gezellige middag met elkaar schilderen en babbelen.
En iedere keer valt mijn oog op een paar naamborden van enkele straten waar ik langs kom. De eerste:


De tweede:




Mijn nieuwsgierigheid is gewekt en ik ga op internet op zoek naar meer informatie over deze twee personen.

Sabine Sicaud is geboren op 23 februari 1913 en stierf op 12 juli 1928. Ze was een Franse dichteres, geboren en gestorven in Villeneuve, in het huis van haar ouders. Dit huis heette De Eenzaamheid ‘la solitude’. Eenzaamheid is ook de titel van een van haar gedichten. Haar “Kindergedichten”, met een voorwoord door Anna de Noailles, werden gepubliceerd toen ze dertien jaar oud was. Ze won er meteen een prijs mee.
Ze is heel jong gestoren, na een vreselijke ziekte : osteomyelitis, ook wel genoemd gangreen van de botten.


Ze schreef prachtige, lange gedichten, ongelooflijk volwassen voor zo’n jong meisje.

Hier een klein stukje:

Laissez-moi crier,

Ah! Laissez-moi crier, crier, crier …
Crier à m’arracher la gorge !
Crier comme une bête qu’on égorge,
Comme le fer martyrisé dans une forge,
Comme l’arbre mordu par les dents de la scie,
Comme un carreau sous le ciseau du vitrier…
Grincer, hurler, râler ! Peu me soucie
Que les gens s’en effarent. J’ai besoin
De crier jusqu’au bout de ce qu’on peut crier.
( ... )

(bron : wikipedia)
Voor wie nog meer van haar wil weten : Er is een website over haar gemaakt : http://www.sabinesicaud.com

Nou, dit had ik niet gedacht, een triest verhaal. Ben benieuwd naar de
uitvinder! 

Jacques de Romas komt ter wereld in  Nerac  op 13 oktober 1713. Hij wordt vooral bekend voor zijn onderzoek op het gebied van de natuurkunde. Hij houdt zich voornamelijk bezig met mechanica, geografie, navigatie, landbouw en elektriciteit. Hij  is een autodidact.


Op 12 juli 1752 maakt hij door middel van een brief aan de Academie van Bordeaux, zijn experimenten met het opwekken van het elektriciteit bekend. Hij laat een speciaal geprepareerde vlieger op naar een onweerswolk en wekt vonken op van meer dan tien meter lang. Vele experimenten met 'electrische' vliegers volgen, vaak samen met zijn vriend, de chevalier de Vivens. 
Zijn eerste wetenschappelijke publicatie verschijnt op 14 mei 1753.
Op 21 januari 1776 overlijdt Jacques de Romas in Nerac
(2 bronnen: Wikipedia en Mairie d’Agen, site officiel)

Deze Jacques de Romas was vast een speciale persoonlijkheid. Wat zal hij een pret gehad hebben met zijn vriend, een sound- en lichtshow avant la lettre!!

Twee straten, twee verhalen. Leuk om meer van deze mensen te weten te komen.